Alexander Marev, tenor

Alexander Marev, van Pools-Bulgaarse afkomst, geboren in 2000, is een van de meest beloftevolle tenoren van zijn generatie. In januari 2021 debuteert hij als Albazar in Il turco in Italia van Rossini aan de Opéra Royal de Wallonie. Onmiddellijk daarna, in februari 2021, debuteert hij in het Grand Théâtre de Genève als de Boy in de wereldpremière van Tin Soldier van J. Rhorer.

In 2018 tekende hij een contract met De Munt in Brussel en trad hij op als solist tijdens het kerstconcert op het koninklijke paleis in Brussel, dat o.m. werd uitgezonden op TV5Monde, VRT, RTBF en RTL. Een jaar later werd hij uitgenodigd om op te treden tijdens het Gala van De Munt in Brussel. De grootste erkenning voor Alexander vond plaats in 2016, toen hij werd toegelaten tot de zangafdeling van de Muziekkapel Koningin Elisabeth, onder de hoede van de wereldbefaamde bariton José van Dam. Hij is momenteel een Young Artist in residence, de jongste in de geschiedenis van de instelling.

Hij won tal van nationale wedstrijden in Polen. Zo mocht hij de Eerste Prijs in ontvangst nemen op de wedstrijd georganiseerd door het Center of the Artistic Education in Olsztyn in 2017, alsook de Eerste Prijs van de VIII Vocal Competition of Krystyna Jamróz in Kielce in 2017, de Eerste Prijs op het Bogusław Kaczynski Festival in Biała Podlaska in 2018 en de Tweede Prijs op de vijfde editie van de H. Słonicka wedstrijd in Suwałki in 2016.

Alexander Marev begon zijn klassieke zangopleiding in november 2014, bij de wereldberoemde Bulgaarse tenor Kaludi Kaludov, die Alexanders talent en passie voor klassieke zang opmerkte. Sindsdien heeft hij zijn zangvaardigheden onder leiding van de maestro dan ook ontwikkelt, waarbij hij deelnam aan vele masterclasses. In 2015 werd Alexander toegelaten tot de zangafdeling van de tweede graad van de J. Elsner Warsaw Music School, in de klas van dr. Maria Olkisz, waarvan hij afstudeerde in juni 2019. Sinds 2019 studeert hij in de zangafdeling van het Koninklijk Conservatorium van Brussel, in de klas van Valérie Guillorit.